Micro-vennootschappen

juni 11, 2017

Wat is een micro-vennootschap en wat zijn de (fiscale) voordelen?

Sinds kort kennen we in België een nieuw soort van vennootschap, nl. de micro-vennootschap. De micro-vennootschap heeft gevolgen op vlak van de opmaak van de externe jaarrekening en de fiscaliteit. We gaan er hieronder uitgebreid op in.

Wat is een ‘micro-vennootschap’?

Een micro-vennootschap is een kleine vennootschap met rechtspersoonlijkheid die op datum van de jaarafsluiting geen dochtervennootschap of moedervennootschap zijn en die niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden (art. 15/1, § 1 van het W.Venn., in voege sinds 1 januari 2016):

jaargemiddelde van het personeelsbestand10;

jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: 700.000 euro;

balanstotaal: 350.000 euro.

Bij een uitzonderlijk korter of langer boekjaar dan 12 maanden, wordt het bedrag van de omzet pro rata aangepast.

Zijn er minder rapporteringsverplichtingen voor micro-vennootschappen?

Micro-vennootschappen moeten net als de andere vennootschappen een externe of statutaire jaarrekening opstellen. Indien zij aan bovenstaande criteria van ‘micro’ voldoen, kunnen zij het microschema gebruiken voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2016. In het micromodel zijn enkele vermeldingen van het verkort model weggelaten.

Vennootschappen met een boekjaar startend op 1 januari 2016 en eindigend op 31 december 2016 met een algemene vergadering op 5 juni 2017, moeten de jaarrekening neerleggen volgens het nieuwe schema. Dit is niet zo voor vennootschappen met een boekjaar begonnen op 1 november 2015 en afgesloten op 31 oktober 2016 en die hun algemene vergadering op 15 april 2017 houden, gebruiken nog het (oud) verkort schema van de jaarrekening.

Kleine, niet-beursgenoteerde ondernemingen die gedurende twee opeenvolgende boekjaren aan de criteria van een micro-vennootschap beantwoorden, mogen het microschema van de jaarrekening gebruiken. In de andere gevallen kan het gebeuren dat de micro-vennootschap verkort of volledig dient te rapporteren.

Naast de micro-vennootschappen, zijn er sinds de invoering van nieuwe ‘grootte-criteria’ nog de kleine en de grote vennootschappen. Kleine vennootschappen kunnen van het verkort model gebruikmaken. Grote vennootschappen, die niet micro of klein zijn, moeten het volledige model gebruiken.

De criteria om te bepalen of een vennootschap klein of groot zijn, zijn de volgende (art. 15 W.Venn.):

jaargemiddelde van het personeelsbestand50;

jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: 9.000.000 euro;

balanstotaal4.500.000 euro.

Indien u slechts één van bovenvermelde criterie overschrijdt, wordt u als klein beschouwd (of micro indien u onder de criteria van ‘micro’ blijft of slechts 1 criterium overschreden heeft). In het andere geval (bij overschrijding van meer dan één criterium, wordt de vennootschap als groot beschouwd.

Hoe ziet de structuur van het micro-schema er uit?

Het micromodel van de jaarrekening voor microvennootschappen (MIC) is al sinds juli 2016 op de website van de balanscentrale van de Nationale Bank van België beschikbaar (www.nbb.be). Het micromodel is in feite een afgeslankte versie van het verkort model. Het model bevat de gekende onderdelen (balans, resultatenrekening en toelichting).

Het verschil met het verkort model situeert zich voornamelijk in de toelichting. Die toelichting is iets minder uitgebreid in vergelijking met een VKT-schema en bevat vijf duidelijk omschreven staten: de samengevatte waarderingsregels; de staat van de vaste activa; een overzicht van de rechten en verplichtingen buiten balans; het bedrag van de voorschotten verleend aan leden van het bestuursorgaan in het kader van garantieverplichtingen; en informatie over eigen aandelen. Het verschil tussen het MIC- en VKT-schema is in de praktijk eerder te verwaarlozen.

Moet er een jaarverslag worden gepubliceerd en/of een commissaris worden benoemd?

Micro-vennootschappen zijn net zoals kleine vennootschappen vrijgesteld van de opmaak en de publicatie van een jaarverslag en het benoemen van een commissaris (bedrijfsrevisor).

Hoe zit het op vlak van fiscaliteit?

Kleine en micro-vennootschappen genieten van voordelen die de grote vennootschappen niet genieten. Het betreffen:

  • geen pro rata beperking volgens aankoopdatum van de afschrijving in het jaar van verkrijging;
  • bijkomende aankoopkosten mogen naar wens afgeschreven worden;
  • 120% aftrek voor kosten van beveiliging;
  • investeringsaftrek voor beveiliging;
  • verhoogde investeringsaftrek tot 8% mits verzaking aan toepassing van notionele intrestaftrek;
  • verhoogd percentage van notionele investeringsaftrek met 0,5%;
  • mogelijkheid tot aanleg belastingvrije investeringsreserve;
  • Geen vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen gedurende de eerste 3 boekjaren;
  • geen ‘fairness taks’;
  • houdperiode kapitaal in geval van vastklikken van reserves slechts 4 jaar in plaats van 8 jaar;
  • mogelijkheid tot verlaagde roerende voorheffing bij dividenduitkering in geval van kapitaalinbreng of -verhoging vanaf 1 juli 2013;
  • mogelijkheid tot aanleg van een liquidatiereserve;
  • geen afzonderlijke heffing van 0,4% op bepaalde meerwaarden op aandelen;
  • vrijstelling van 10% voor doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor startende ondernemingen.

Micro-vennootschappen hebben zelf nog enkele bijkomende troeven ten opzichte van de ‘kleine vennootschappen’, meer bepaald:

  • Hogere vrijstelling van 20% voor doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor startende ondernemingen.
  • Een federale belastingvermindering van 30% voor het verwerven van nieuwe aandelen van startende ondernemingen in het kader van ’tax shelter voor startende ondernemingen’ kan genoten worden door de investeerder. Voor aandelen van micro-vennootschappen is dit percentage hoger en bedraagt dit 45%.

© 2023 D&V Bedrijfsadviseurs I site onderhouden door Trivali