Dividenden ontvangen zonder roerende voorheffing?

juli 10, 2019

Vrijstelling roerende voorheffing?

Indien u winst maakt in uw vennootschap, bent u hierop vennootschapsbelasting verschuldigd (KMO-tarief : 20,40% tot € 100.000,00 winst of gewoon tarief : 29,58%). Wanneer u de winst na vennootschapsbelasting vervolgens aan uzelf als vennoot willen laten toekomen, spreken we over een ‘dividend’ en is hierop roerende voorheffing verschuldigd.

In principe bedraagt de roerende voorheffing op het uitkeren van een dividend 30% (algemeen tarief). In bepaalde situaties kan dit lager zijn, nl. 20% of 15% (VVPR bis aandelen kunnen hiervan onder voorwaarden van genieten – voor ‘kleine’ vennootschappen opgericht na 1 juli 2013 met gestort kapitaal of de ‘oude’ ‘kleine’ vennootschappen voor het stuk dat betrekking heeft op de kapitaalverhoging die na 1 juli 2013 werd doorgevoerd in gestort kapitaal (er is wel een minimumkapitaal van € 18.550,00 vereist dat bij dividenduitkering vanaf het 4de boekjaar dient volgestort te zijn om van 15% te kunnen genieten)).

Sinds 1 januari 2018 bestaat er nu een beperkte vrijstelling van roerende voorheffing op uitgekeerde dividenden.

Vanaf inkomstenjaar 2018 worden dividenduitkeringen tot een bedrag van € 640,00 vrijgesteld van roerende voorheffing. Voor 2019 werd dit bedrag opgetrokken tot € 800,00.

Stel dat u in 2018 een dividend hebt ontvangen uit uw vennootschap, dan werd er roerende voorheffing  ingehouden en doorgestort aan de FOD Financiën. Bij een uitkering van bijvoorbeeld € 900,00 dividend waarop 30% voorheffing (€ 270,00) werd ingehouden, ontving u privé € 630,00.

De  vrijstelling verkrijgt u niet onmiddellijk. De initieel betaalde roerende voorheffing dient u te verrekenen in uw aangifte personenbelasting van het aanslagjaar 2019. Van die € 270,00 betaalde roerende voorheffing kunt u voor 2018 maximaal € 192,00 (= € 640,00 x 30%) verrekenen met uw aangifte.
In uw aangifte personenbelasting aanslagjaar 2020 (inkomstenjaar 2019) zal dit € 240,00 (= € 800,00 x 30%) zijn.

Deze vrijstelling geldt per belastingplichtige, dus per aandeelhouder die een dividend ontvangt. De vrijstelling dient zelf aangevraagd via de belastingaangifte personenbelasting.
Gehuwden, gehuwd volgens het wettelijk stelsel, kunnen op die manier € 480,00 roerende voorheffing verrekend in hun aangifte personenbelasting ook al bezit de partner geen aandelen (de vruchten van de aandelen komen in dit geval steeds in de huwgemeenschap).

Welke dividenden?

In principe komen alle dividenden uit aandelen in aanmerking voor de vrijstelling, behalve de dividenden van beleggingsfondsen of dividenden uitgekeerd via juridische constructies die onderworpen zijn aan de Kaaimantaks. Dividenden uit beursgenoteerde individuele aandelen die aangehouden worden als belegging komen wel in aanmerking voor de vrijstelling.

Dit systeem is ook van toepassing op dividenden die u als aandeelhouder uit uw eigen vennootschap aan uzelf uitkeert.

Interessant is dat u zelf kan kiezen op welke dividenden u de vrijstelling toepast. Zo is het interessanter om de vrijstelling te vragen voor dividenden uit privé beleggingen  belastbaar aan 30%, indien de dividenden uit uw eigen vennootschap aan 15% roerende voorheffing worden belast. Op dit vlak zijn er optimalisaties mogelijk.

Indien hierover vragen, aarzel niet om ons te contacteren.

© 2023 D&V Bedrijfsadviseurs I site onderhouden door Trivali