Deeleconomie

maart 12, 2017

Deeleconomie – Nieuw fiscaal gunstregime

Via online platforms worden steeds meer goederen en diensten rechtstreeks onder particulieren aangeboden buiten de traditionele verkoopskanalen (vb. Uber/Airbnb/…). De inkomsten uit deeleconomie zijn vrij van sociale bijdragen en beperkt belastbaar.

Deeleconomie is via de opkomst van de online platforms belangrijker geworden. Er zijn regels vastgelegd waaronder deze deeleconomie kan opereren. Wie deze regels volgt, betaalt geen sociale bijdragen en slechts beperkt belastingen.

Wat houdt de regeling in?

Wanneer u diensten levert aan particulieren door tussenkomst van een (elektronisch) platform kunt u onder strikte voorwaarden genieten van een fiscaal gunstregime. Een tarief van 20%  met een kostenforfait van 50% is dan van toepassing. Dit komt neer op een nettotarief van 10%.

Wat zijn de voorwaarden?

Er zijn vier voorwaarden :

  1. De gunstmaatregel geldt enkel voor inkomsten uit diensten buiten uw beroepsactiviteit.
  2. U levert diensten aan natuurlijke personen die handelen buiten beroepsactiviteit.
  3. De overeenkomst tussen particulieren wordt georganiseerd door tussenkomst van een erkend platform of een platform georganiseerd door de overheid. Zodra u buiten de tussenkomst van het platform handelt, valt u buiten het bereik van de gunstmaatregel.
  4. U ontvangt uw vergoeding via het platform, zodat u niet rechtstreeks wordt betaald door de klant.

Let op :

1. Het mag niet gaan over diensten die nauw zijn verbonden met een activiteit die u als zelfstandige verricht of met de activiteit van de vennootschap waarvan u bedrijfsleider bent. Indien een werknemer bijklust in dezelfde sector van de beroepsactiviteit, dan geniet deze wel van de gunstmaatregel.

2. De gunstmaatregel geldt niet voor de levering van goederen. De levering van kant-en-klaarmaaltijden wordt evenwel als levering van een dienst beschouwd als de particulier de maaltijd zelf bereidt. Als de particulier echter pakketten voedingswaren aanbiedt, wordt deze activiteit beschouwd als een levering van goederen.

Hoeveel mag er maximaal bijverdiend worden bij deeleconomie?

U kunt tot maximaal 5000 euro bruto per jaar verdienen. Vanaf u de drempel van 5000 euro overschrijdt, zijn alle inkomsten die u ontvangt via het platform in beginsel beroepsinkomsten. U kunt evenwel aantonen dat de inkomsten uit deze bijverdiensten niet gelden als beroepsinkomsten.

Hoe wordt de belasting betaald bij deeleconomie?

Het platform stort de verschuldigde belasting – zoals ingehouden bedrijfsvoorheffing op loon – door aan de schatkist. Deze bedrijfsvoorheffing is evenwel niet bevrijdend. Met andere woorden: u zal ook zelf uw inkomsten moeten aangeven in de belastingaangifte. Dit kan gevolgen hebben voor uw gemeentebelasting.

Wat met de btw in geval van deeleconomie?

Indien u aan alle voorwaarden voldoet, moet u geen btw-nummer aanvragen of een btw-listing indienen. Ook indien u in de bouwsector bijklust, moet u geen btw-nummer aanvragen zolang u aan de voorwaarden voldoet.

Kan een roerend of een onroerend goed verhuurd worden onder de gunstmaatregel van de deeleconomie?

In beginsel geldt de nieuwe regeling niet voor inkomsten uit verhuur of onderverhuur van roerende (een wagen) of onroerende goederen (een kamer). Aanverwante diensten, zoals bijvoorbeeld het serveren van een ontbijt in de kamer, komen wel in aanmerking voor de gunstmaatregel.

Inkomsten uit het louter verhuren (of delen) van auto’s zijn bijgevolg ‘roerende inkomsten’. In dit verband werd aan de Minister van Financiën de vraag voorgelegd waarbij een particulier méér doet dan alleen maar zijn wagen verhuren: via een erkend online platform neemt hij met zijn eigen wagen deel aan het vervoer van andere particulieren en hij treedt daarbij zelf op als ‘chauffeur’. Er werd gevraagd of er hier sprake is van een gemengde vergoeding, in die zin dat een deel ervan slaat op de verhuur van de wagen (= roerend inkomen) en een deel op de diensten als chauffeur, waarbij dan uitsluitend dit laatste deel in aanmerking zou komen voor de fiscale regeling inzake de ‘deeleconomie’ (en waarbij dit deel op 20% moet worden geraamd als voor het geheel een globale prijs overeengekomen wordt, conform de wet voorziene regeling voor ‘globale vergoedingen’).

De Minister van Financiën antwoordde dat dit niet het geval is en dat de ‘volledige’ vergoeding onder toepassing van de fiscale regeling inzake de ‘deeleconomie’ valt omdat het in deze niet gaat over de verhuring van een wagen maar een vergoeding voor een dienstverrichting. De volledige vergoeding is bijgevolg aan te merken als een divers inkomen uit de deeleconomie.

Vanaf wanneer zijn de fiscale regels inzake deeleconomie van toepassing?

Juridisch gezien geldt de regeling voor inkomsten die worden betaald of toegekend vanaf 1 juli 2016. Let wel, enkel voor het inkomstenjaar 2016 wordt de drempel gehalveerd tot 2500 euro bruto. Echter, in de praktijk kan pas gebruik gemaakt worden van dit systeem wanneer de erkende platforms operationeel zijn.

Bij KB van 12 januari 2017 (BS 24 januari 2017) werden de voorwaarden vastgesteld waaraan elektro­nische platformen moeten voldoen om erkend te kunnen worden. Zo is o.m. vereist dat het platform “ingericht” wordt binnen een vennootschap of een VZW. Het KB bepaalt ook de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn in hoofde van de “bestuurders, zaakvoerders en de personen die bevoegd zijn om de vennootschap of de VZW te verbinden”. Het legt daarnaast ook vast hoe de aanvraag moet gebeuren, en wanneer een erkenning ingetrokken kan worden. Een lijst van de erkende platformen wordt “bijgehouden op de webstek van de FOD Financiën”.

Er zal bijgevolg ten vroegste in de aangifte personenbelasting inkomstenjaar 2017 – aanslagjaar 2018 inkomsten uit deeleconomie kunnen worden aangegeven aangezien de erkende platforms pas in 2017 operationeel zijn geworden.

Wat met het sociaal statuut?

Zolang  men aan de voorwaarden voldoet én niet meer verdient dan 5000 euro bruto per jaar worden de inkomsten fiscaal gekwalificeerd als diverse inkomsten en zijn de natuurlijke personen niet onderworpen aan het sociaal statuut van de zelfstandige.

Vanaf wanneer gelden deze regels?

In principe traden de basisregels in werking op 1 juli 2016. Echter aangezien de erkende platforms pas sinds begin 2017 operationeel zijn, treden de regels vanaf dan ook maar effectief in werking.

© 2023 D&V Bedrijfsadviseurs I site onderhouden door Trivali