Decembervoorschotten BTW en bedrijfsvoorheffing definitief afgeschaft en andere BTW-coronamaatregelen

augustus 16, 2021

In het Belgisch Staatsblad van 31 maart 2021 zijn drie belangrijke BTW-maatregelen verschenen die ondernemers enige financiële ademruimte kunnen geven. De wijzigingen hebben betrekking op het decembervoorschot, de teruggavedrempel en de proportionele geldboete bij niet-tijdige betaling. Ook werd het decembervoorschot voor de bedrijfsvoorheffing afgeschaft.

Afschaffing van de betaling van decembervoorschotten BTW en bedrijfsvoorheffing

Het decembervoorschot in de btw wordt vanaf december 2021 definitief afgeschaft. In december 2020 gebeurde dit al eenmalig. Nu is dit integraal en definitief afgeschaft.
Ook het decembervoorschot in de bedrijfsvoorheffing (art. 412, lid 4 en 5, WIB 92) wordt afgeschaft.

Dit betekent dat we de BTW-schuld over de periode december (maandaangevers) of 4de kwartaal (kwartaalaangevers) pas tegen 20/01/2022 (eerste maal) dienen te betalen. Ook wat de kwartaalaangevers bedrijfsvoorheffing betreft, is niet langer vereist dat er in december reeds een voorschot over de periode oktober – november wordt betaald.

Minimumbedragen voor BTW-teruggaaf

De tweede belangrijke maatregel betreft de drempelbedragen om teruggave van BTW te kunnen vragen. Als uit uw aangifte blijkt dat u een BTW-tegoed heeft, dan wordt dat bedrag in principe naar het volgende aangiftetijdvak overgedragen. U heeft recht op teruggaaf, maar enkel op uitdrukkelijk verzoek. Het BTW-tegoed is maar opvraagbaar als het een minimumbedrag bereikt. De minima werden verlaagd en zien er nu als volgt uit:

  • 50 euro als om teruggaaf wordt verzocht in de periodieke aangifte die betrekking heeft op het laatste aangiftetijdvak van het kalenderjaar (i.p.v. 245 euro);
  • 400 euro als om teruggaaf wordt verzocht in de periodieke aangifte met betrekking tot elk van de eerste drie kalenderkwartalen door een kwartaalaangever (i.p.v. 615 euro);
  • 400 euro als om teruggaaf wordt verzocht in de laatste periodieke maandaangifte van een kalenderkwartaal door een maandaangever (i.p.v. 1.485 euro);
  • 50 euro als om teruggaaf wordt verzocht in de periodieke maandaangifte door een maandaangever die over een vergunning beschikt voor maandelijkse teruggaven (i.p.v. 245 euro);
  • 50 euro als om teruggaaf wordt verzocht in de periodieke maandaangifte die valt binnen de vierentwintig maanden van de datum van aanvang van economische activiteit door de maandaangever-starter (i.p.v. 245 euro).

Deze wijziging trad al in werking op 1 april 2021 zodat kwartaalaangevers met betrekking tot het eerste kwartaal van 2021 en maandaangevers met betrekking tot de laatste maand van dat kwartaal, al konden genieten van de verlaagde drempelwaarden.

Lagere proportionele boeten

Momenteel is er een boete verschuldigd van 15% in geval van “niet betaling en niet-tijdige betaling van de belasting waarvan de opeisbaarheid blijkt uit de ingediende periodieke aangifte” als de BTW-hoofdcontroleur een bericht heeft gestuurd.
Die boete verlaagt naar 10% maar dat is slechts een tijdelijke maatregel, nl. op de belasting verschuldigd van 1 april 2021 tot 30 juni 2021.

© 2023 D&V Bedrijfsadviseurs I site onderhouden door Trivali